Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/268
Art. 81 lid 1 RO. Huwelijksvermogensrecht. Huwelijkse voorwaarden met periodiek verrekenbeding. Behoort rekening-courantvordering van de man op zijn BV tot het te verrekenen vermogen? Art. 1:141 lid 3 BW.
HR 15-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:238
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/02545
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:238, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1500, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Huwelijksvermogensrecht. Huwelijkse voorwaarden met periodiek verrekenbeding. Behoort rekening-courantvordering van de man op zijn BV tot het te verrekenen vermogen? Art. 1:141 lid 3 BW.
Partij(en)
15 februari 2019
Eerste Kamer
18/02545
TT/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de man], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. S. Kousedghi,
t e g e n
[de vrouw], wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
In deze zaak gaat het om een tijdens huwelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.