RvdW 2020/1269:Beklag, beslag ex art. 94 Sv op vier onder klaagster inbeslaggenomen bouwmachines. Rb. heeft klacht tegen voorgenomen teruggave ex art. 116 lid 3 Sv aan anderen dan klaagster ongegrond verklaard. 1. Heeft de rb. ten onrechte het beklag niet beoordeeld op de voet van art. 94 Sv?; 2. Welke eisen moeten i.v.m. art. 116 lid 3 Sv worden gesteld aan de vraag wie redelijkerwijs rechthebbende is?; en 3. Is oordeel rb. dat ‘klaagster onvoldoende onderzoek heeft verricht en dat daarom niet vastgesteld kan worden dat zij de bouwvoertuigen te goeder trouw heeft verkregen’ onbegrijpelijk? HR: art. 81 lid 1 RO.