Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1270
Dwang (art. 284 Sr) door website offline te halen totdat verdachte betaald krijgt. Bewijsklacht ‘wederrechtelijk’. HR: hof heeft geen nadere bewijsoverweging opgenomen. Aangezien het bewezenverklaarde ‘wederrechtelijk’ handelen niet kan worden afgeleid uit de bewijsmiddelen, is de bestreden uitspraak niet toereikend gemotiveerd. Volgt terugwijzing.
HR 24-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1867
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/05226
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1867, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:876, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2020
Essentie
Dwang (art. 284 Sr) door website offline te halen totdat verdachte betaald krijgt. Bewijsklacht ‘wederrechtelijk’. HR: hof heeft geen nadere bewijsoverweging opgenomen. Aangezien het bewezenverklaarde ‘wederrechtelijk’ handelen niet kan worden afgeleid uit de bewijsmiddelen, is de bestreden uitspraak niet toereikend gemotiveerd. Volgt terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/05226
Datum 24 november 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 8 november 2019, nummer 22-003121-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
hierna: de verdachte.