RvdW 2019/1158:Schending art. 353 lid 1 Sv door geen beslissing te nemen t.a.v. het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geldbedrag? Onder verdachte is ex art. 94 Sv een geldbedrag van € 37.350 in beslag genomen. Hof heeft aan verdachte o.m. een geldboete opgelegd van € 37.350, subsidiair 221 dagen hechtenis en in dat verband overwogen dat het aan verdachte een geldboete oplegt ‘ter hoogte van het onder hem in beslag genomen bedrag’. Gelet hierop moet de bestreden uitspraak zo worden begrepen dat hof de geldboete van € 37.350 heeft opgelegd met het oog op de mogelijkheid van verhaal van die boete op het in beslag genomen geldbedrag. A.g.v. een kennelijke misslag heeft hof echter niet vermeld dat het de teruggave gelast van dat geldbedrag aan verdachte. HR verstaat de bestreden uitspraak aldus dat het hof de teruggave heeft gelast van het in beslag genomen geldbedrag van € 37.350 aan verdachte en verwerpt het beroep. HR merkt nog op dat deze beslissing niet uitsluit dat een terug te geven bedrag kan worden verrekend met een te betalen geldboete.