Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/1086
Hof was niet gehouden te onderzoeken of de verdachte bijstand van een raadsman behoefde.
HR 10-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:687
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 september 2013
- Magistraten
Mrs W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/01464
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:687, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:588, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2012
- Wetingang
Art. 6 lid 3 EVRM; art. 28 Sv
Essentie
Indien een verdachte ervoor kiest om zichzelf te verdedigen en te kennen geeft afstand te willen doen van zijn recht op rechtsbijstand, zal de rechter erop moeten toezien dat door die keuze aan het recht op een eerlijk proces niet wordt tekortgedaan (vgl. HR 20 november 2011, NJ 2012/29). Het hof kon oordelen dat er geen aanleiding was voor nader onderzoek of de verdachte — met het oog op waarborging van haar recht op een eerlijk proces — bijstand van een raadsman behoefde.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.