Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/1068
Feitelijke grondslag. Belang. Aan een cassatiemiddel te stellen eisen. Art. 80a lid 1 RO.
HR 13-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:700
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 september 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
13/02205
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:700, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:770, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2013
Essentie
Feitelijke grondslag. Belang. Aan een cassatiemiddel te stellen eisen. Art. 80a lid 1 RO.
Partij(en)
[eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv.: mr. H.H.M. Meijroos,
tegen
[verweerster], te [woonplaats], België, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
- a.
de vonnissen in de zaak 783476 / 11-9659 van de kantonrechter te Eindhoven van 1Â december 2011 en 2Â februari 2012;
- b.
het arrest in de zaak 200.102.897 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 15 januari 2013. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.