Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/115
Uit de stukken vloeit het ernstige vermoeden voort dat ten aanzien van de appeldagvaarding het voorschrift vervat in art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv niet is nageleefd.
HR 19-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3225
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/04713
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3225, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1396, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2017
Partij(en)
19 december 2017
Strafkamer
nr. S 16/04713
SLU
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 9 mei 2016, nummer 22/000336-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. Het gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 9 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.