Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/73
Onteigening. Zekerheidstelling voor voldoening schadeloosstelling als bedoeld in art. 54i lid 4 Ow; mag rechtbank afzien van bepalen zekerheid?
HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3248
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00068
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3248, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1177, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2016
- Wetingang
Art. 54i Ow
Essentie
Onteigening. Zekerheidstelling voor voldoening schadeloosstelling als bedoeld in art. 54i lid 4 Ow; mag rechtbank afzien van bepalen zekerheid?
Art. 54i lid 4 Ow, dat ongeclausuleerd imperatief is geformuleerd, houdt in dat de rechtbank voor de onteigende partij een som als zekerheid bepaalt voor de voldoening van de verschuldigde schadeloosstelling. Zekerheidstelling kan pas achterwege blijven als de onteigende partij door middel van een ondubbelzinnige wilsverklaring afstand heeft gedaan van haar recht daarop.
Samenvatting
Op vordering van de gemeente heeft de rechtbank vervroegd de onteigening uitgesproken van een aan eiseres tot cassatie in eigendom toebehorend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.