Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/112
Falende bewijsklacht ten aanzien van opzet op aanwezig hebben van hennep. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 19-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3216
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/03976
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3216, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1387, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2017
Essentie
Falende bewijsklacht ten aanzien van opzet op aanwezig hebben van hennep. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 27 juli 2016, nummer 20/001394-15, in de strafzaak tegen: [verdachte], mr. W. Anker, te Breda.
Conclusie
Conclusie A.G. A.E. Harteveld:
1. De verdachte is bij arrest van 27 juli 2016 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch wegens “opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod”, veroordeeld tot honderd uren taakstraf.
2. Namens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.