Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/324
Geen medeplegen. Bewijsvoering biedt onvoldoende grond voor diens oordeel dat verdachte zo nauw en bewust met een ander heeft samengewerkt dat, zoals is bewezenverklaard, sprake is van tezamen en in vereniging met een ander bewerken en verwerken van hennep.
HR 16-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:243
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/05633
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:243, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2678, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2015
Essentie
Geen medeplegen. Bewijsvoering biedt onvoldoende grond voor diens oordeel dat verdachte zo nauw en bewust met een ander heeft samengewerkt dat, zoals is bewezenverklaard, sprake is van tezamen en in vereniging met een ander bewerken en verwerken van hennep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 14 oktober 2014, nummer 21/003980-10, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
Verdachte is bij arrest van 14 oktober 2014 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, onder meer onder parketnummer 16-601353-09 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.