Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/5.5.5
5.5.5 Rechtspraak nog schaars
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS379561:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Hof Den Bosch 27 maart 2003, JBPr 2003, 63 (Van de Beukel c.s./Van Gool c.s.): een als getuige gehoorde derde hoeft van hem gevraagde bescheiden niet te verstrekken; Rb. Amsterdam (vzr.) 31 augustus 2004, KG 04/1539, r.o. 7 (X/Y): een bank hoeft correspondentie tussen de bank en een cliënt niet over te leggen aan schuldeisers van de inmiddels gefailleerde cliënt.
Rb. Rotterdam (vzr.) 25 november 2004, NJ F 2005, 2, r.o. 3.3 (ICS/Ocean en Staat), Heemskerk, Tjong Tjin Tai & Wisman 2005, p. 226 menen dat deze uitspraak op gespannen voet staat met art. 843a Rv; uiteindelijk kwam de rechter niet meer aan de beoordeling van deze vraag toe: Hof Den Haag 4 mei 2006, LJN AW8455, r.o. 4 (Staat/ICS) meende dat de Wet Justitiële en Strafvorderlijke Gegevens in de weg stond aan toewijzing van een verzoek op grond van art. 843a Rv; Rb. Den Haag 19 april 2006, HA ZA 04-1675, r.o. 2.10 (X/Y), waarin de rechtbank bereid was om van een vennootschap overlegging van bescheiden te verlangen teneinde vast te stellen, of sprake was van betalingsonmacht of betalingsonwil, hetgeen van belang was voor een mogelijke vordering niet op de vennootschap, maar op de bestuurder daarvan; Rb. Amsterdam 11 september 2008, LJN BF0587, r.o. 4.3 (Qwest c.s./Deutsche Bank c.s.); vgl. ook Rb. Breda 31 juli 2008, JOR 2008, 254(Janssens q.q./X), waarin het een curator werd toegestaan - overigens zonder verwijzing naar art. 843a Rv - inzage te nemen op computer van de bedrijfsjurist van de failliet.
Hof Amsterdam 25 november 2008, NJ F 2009, 31, r.o. 2.12 (Net2Phone/eBay c.s.).
De feitenrechters wachten verdere ontwikkelingen niet af en kunnen dat natuurlijk ook niet, aangezien nu eenmaal van hen gevraagd wordt om te beslissen. Naast eerdere afwijzingen van de mogelijkheid om bij derden bescheiden op te vragen,1 zijn er dan ook inmiddels uitspraken die terecht de mogelijkheid om bij derden informatie op te vragen, aanvaarden.2 Terecht geven die uitspraken uiting aan de hiervoor reeds benadrukte voorzichtigheid. Zo overwoog het Hof Amsterdam met zoveel woorden onder verwijzing naar het arrest Pessers/Lycos en het eindrapport over de fundamentele herbezinning dat reeds naar geldend recht bescheiden bij derden opgevraagd kunnen worden om daar aan toe te voegen dat de aanspraak bestaat, mits de processuele wederpartij op verstrekking van deze bescheiden door de derde aanspraak zou kunnen maken.3
Om informatie bij derden op te vragen moet overigens - natuurlijk - ook voldaan worden aan de in de volgende hoofdstukken te bespreken vereisten.