Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/6.2.2.4:6.2.2.4 A-nationale arbitrage
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/6.2.2.4
6.2.2.4 A-nationale arbitrage
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS503482:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
FOUCHARD, GAILLARD & GOLDMAN, no. 1677 in fine; vgl. in dezelfde zin Bundesgerichtshof 8 oktober 1981 (COMITAS, MUTUAMAR & LEVANTE/SOVAG), Yearb. Comm. Arb. 1983, blz. 366.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het is de vraag of het Verdrag van New York ziet op de zogenaamde "floating arbitration" (ofwel "a-nationale" arbitrage). Bij a-nationale arbitrage beheerst de overeenkomst van partijen de arbitrage helemaal en is op de arbitrage niet de wet van een bepaald (ander) land van toepassing (zie voorts 7.2.4.4). Een "a-nationaal" arbitraal vonnis kan dus worden gedefinieerd als een arbitraal vonnis dat als gevolg van de regeling die partijen in hun overeenkomst hebben gekozen niet geacht kan worden krachtens het recht van een bepaald land te zijn gewezen.1 Gelet op de (in 6.2.2.2 genoemde) verruiming van het toepassingsbereik van het Verdrag van New York in art. I lid 1in fine NYC doet zich de vraag voor of het Verdrag van New York ook van toepassing is op a-nationale arbitrage.
In het algemeen wordt aangenomen dat het Verdrag van New York niet ziet op een "a-nationaal" arbitraal vonnis en dat ook art. I lid 1in fine NYC daartoe geen grondslag biedt.2
Uit het arrest van de Hoge Raad in de zaak SEEE/Republiek Joegoslavië I en II kan mijns inziens worden afgeleid dat het Verdrag van New York soms wel op a-nationale arbitrage van toepassing is.3 Bij een "a-nationaal" arbitraal vonnis kunnen volgens de Hoge Raad erkenning en tenuitvoerlegging slechts worden geweigerd als de partij die weigering van erkenning en tenuitvoerlegging verzoekt, stelt en bewijst dat in het land waar het "a-nationaal" arbitraal vonnis is gewezen niet als een arbitraal vonnis wordt aangemerkt. De beslissing van de rechter in het land waar het arbitraal vonnis is gewezen dat een "a-nationaal" arbitraal vonnis niet als arbitraal vonnis kan worden aangemerkt, moet volgens de Hoge Raad worden gelijkgesteld met de vernietiging van een arbitraal vonnis op grond waarvan erkenning en tenuitvoerlegging moeten worden geweigerd (art. V lid 1 (e) NYC) (zie voorts 6.2.1). Ofschoon een "a-nationaal" arbitraal vonnis in het land waar het is gewezen veelal niet als arbitraal vonnis zal worden aangemerkt, zal, als zulks wel het geval is, de Nederlandse rechter erkenning en tenuitvoerlegging niet kunnen weigeren op de grond dat het arbitraal vonnis " a-nationaal" is. Beslissend is dus of het land waar het arbitraal vonnis wordt gewezen "a-nationale" arbitrage toelaat en een "a-nationaal" arbitraal vonnis als een arbitraal vonnis erkent. Overigens is het mijns inziens voldoende dat dit in algemene termen het geval is. Het is niet nodig dat de rechter in het desbetreffende land in concreto heeft beslist dat een bepaald "a-nationaal" arbitraal vonnis als arbitraal vonnis wordt aangemerkt. Anders zouden wij de eis van het "dubbel exequatur" introduceren, terwijl die eis volgens het Verdrag van New York niet mag worden gesteld.4