Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1037
Beklag, beslag. Art. 552a Sv. OM-cassatie. Op gronden vermeld in de CAG is het middel terecht voorgesteld. CAG: De Rb had belanghebbende (i.c. aangever van diefstal van goederen) o.g.v. art. 552a lid 5 Sv in de gelegenheid moeten stellen om te worden gehoord en om desgewenst zelf een klaagschrift in te dienen.
HR 12-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1416
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
20/02341
- Conclusie
plv. A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1416, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:972, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑09‑2021
Essentie
Beklag, beslag. Art. 552a Sv. OM-cassatie. Op gronden vermeld in de CAG is het middel terecht voorgesteld. CAG: De Rb had belanghebbende (i.c. aangever van diefstal van goederen) o.g.v. art. 552a lid 5 Sv in de gelegenheid moeten stellen om te worden gehoord en om desgewenst zelf een klaagschrift in te dienen.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02341 B
Datum 12 oktober 2021
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 20 juli 2020, nummer RK 20/002371, op een klaagschrift als bedoeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.