Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/219
Stuiting verjaring door schriftelijke mededeling vervat in overeenkomst?; uitleg overeenkomst. Beroep op verjaring tijdens onderhandelingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
HR 26-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:111
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 januari 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05241
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:111, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1169, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑10‑2016
- Wetingang
Art. 3:310, 3:317 BW
Essentie
Stuiting verjaring door schriftelijke mededeling vervat in overeenkomst?; uitleg overeenkomst. Beroep op verjaring tijdens onderhandelingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar? De verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis kan onder meer worden gestuit door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Onbegrijpelijk oordeel hof dat de overeenkomst niet een voldoende duidelijke mededeling aan de gemeente inhield met de strekking van een voldoende duidelijke waarschuwing dat zij, ook na het verstrijken van de verjaringstermijn, rekening ermee moest houden dat eiseres tot cassatie zich haar recht op nakoming voorbehield.
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.