Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/231
Salduz-verweer. Middelen met betrekking tot oordeel Hof dat volstaan kan worden met de constatering dat sprake is van schending van het recht op verhoorbijstand van vóór 1 maart 2016. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 16/01085 P, RvdW 2018/232.
HR 30-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:119
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 januari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01083
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:119, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1497, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2017
Essentie
Salduz-verweer. Middelen met betrekking tot oordeel Hof dat volstaan kan worden met de constatering dat sprake is van schending van het recht op verhoorbijstand van vóór 1 maart 2016. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 16/01085 P, RvdW 2018/232.
Partij(en)
30 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/01083
AGE/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 22 januari 2016, nummer 21/000721-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.