Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/511
Veroordeling voor uitvoer verdovende middelen, Opiumwet. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 20-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:639
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 april 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
19/02826
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:639, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:417, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑2021
Essentie
Veroordeling voor uitvoer verdovende middelen, Opiumwet. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/02826
Datum 20 april 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 3 juni 2019, nummer 20-001747-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft bij arrest van 3 juni 2019 de verdachte wegens 3. “medeplegen van witwassen” ontslagen van alle rechtsvervolging voor zover dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.