Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/318
Poging zware mishandeling in recreatiepark door op grond liggend slachtoffer tegen het gezicht te schoppen en stompen. Bewijsklacht m.b.t. schoppen in gezicht. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 17/02846.
HR 19-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:254
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/02845
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:254, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2019
Essentie
Poging zware mishandeling in recreatiepark door op grond liggend slachtoffer tegen het gezicht te schoppen en stompen. Bewijsklacht m.b.t. schoppen in gezicht. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 17/02846.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 mei 2017, nummer 20/000021-16, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: R.J. Baumgardt en P. van Dongen, te Rotterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.