Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/6.2.2.2:6.2.2.2 Rechtskeuze voor buitenlands arbitragerecht
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/6.2.2.2
6.2.2.2 Rechtskeuze voor buitenlands arbitragerecht
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS504747:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Bijl. Handelingen II 1962/63, 7055, R. 326 bij Rijkswet van 14 februari 1963 houdende goedkeuring van het op 10 juni 1958 te New York gesloten Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken.
BERGER, Das neue Recht der Schiedsgerichtsbarkeit, blz. 16-18.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Soms staat een land partijen toe dat zij op arbitrages in dat land het arbitragerecht van een ander land van toepassing verklaren. Het is mogelijk dat het land, waar de arbitrage met toepassing van vreemd arbitragerecht heeft plaatsgehad, het arbitraal vonnis als buitenlands vonnis aanmerkt. Het Verdrag van New York houdt hiermee rekening en bepaalt in art. I lid 1 in fine NYC dat het ook van toepassing is als in een dergelijk geval van het arbitraal vonnis erkenning en tenuitvoerlegging worden gevraagd in het land waar de arbitrage heeft plaatsgevonden:
’It shall also apply to arbitral awards not considered as domestic awards in the State where their recognition and enforcement are sought."
De "verfijning" in art. I lid 1 in fine NYC geldt niet voor Nederland. In de eerste plaats bestaat bij ons slechts in beperkte mate ruimte voor de toepassing van arbitragerecht van een ander land als de plaats van arbitrage in Nederland is gelegen (art. 1073 Rv) (zie 7.2.2 en 7.2.4). In de tweede plaats is een arbitraal vonnis dat in Nederland is gewezen een binnenlands vonnis (art. 1062-1063 Rv jo. art. 1075-1076 Rv):
’Tenslotte verdient vermelding dat het nieuwe Verdrag in de tweede zin van het eerste lid van art. I uitdrukkelijk rekening houdt met het geval, dat een arbitrale uitspraak, hoewel gewezen in een bepaald land, daar niet wordt beschouwd als nationaal. Zulk een uitspraak valt eveneens onder het Verdrag, zodat erkenning en tenuitvoerlegging met toepassing van het Verdrag zullen kunnen worden gevraagd in het land, waar de uitspraak is gewezen. De meeste landen, waaronder Nederland, beschouwen de arbitrale uitspraken in hun land gewezen, als nationaal en die, welke in een ander land worden gewezen, als buitenlands. De in eigen land gewezen uitspraken zijn dan steeds executoir naar nationaal recht, de in het buitenland gewezen uitspraken slechts voor zover de erkenning en tenuitvoerlegging worden aanvaard. De Bondsrepubliek Duitsland echter beschouwt een aldaar onder Frans recht gewezen arbitrale uitspraak als een buitenlandse uitspraak en een in Frankrijk onder Duits recht gewezen uitspraak als nationaal. De laatste uitspraak is executoir naar nationaal recht. Doch de eerste is dit slechts voor zover de erkenning en tenuitvoerlegging worden aanvaard; deze casus diende dus afzonderlijk te worden vermeld."1 [cursivering toegevoegd]
Met de implementatie van de Modelwet heeft Duitsland de zogenaamde "Verfahrenstheorie" (die de keuze voor ander recht mogelijk maakt) inmiddels laten vallen en hanteert ook Duitsland het zojuist voor Nederland verwoordde territorialiteitsbeginsel (zie art. 1025 lid 1Z20).2 Frans recht inzake internationale arbitrage lijkt een keuze voor ander arbitragerecht, terwijl de arbitrage in Frankrijk plaats heeft, wel toe te staan. Art. 1494 NCPC luidt:
’La convention d'arbitrage peut, directement ou par référence à un règlement d'arbitrage, régler la procédure à suivre dans l'instance arbitrale; elle peut aussi soumettre celle-ci la loi de procédure qu 'elle détermine.
Dans le silence de la convention, l'arbitre règle la procédure, autant qu'il est besoin, soit directement, soit par référence à une loi ou à un règlement d'arbitrage." [cursief toegevoegd]