Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/631 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe personenauto's en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011
Artikel 8 Bijdrage voor overtollige emissies
Geldend
Geldend vanaf 15-05-2019
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, regelingnummer: 2019/631)
- Inwerkingtreding
15-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, regelingnummer: 2019/631)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Verkeersrecht / Voertuigeisen
1.
Voor elk kalenderjaar legt de Commissie aan fabrikanten of, in voorkomend geval, groepsbeheerders een bijdrage voor overtollige emissies op indien de gemiddelde specifieke CO2-emissies van de fabrikant hoger liggen dan zijn specifieke emissiestreefcijfer.
2.
De in lid 1 vermelde bijdrage voor overtollige emissies wordt berekend aan de hand van de volgende formule:
(overtollige emissies × 95 EUR) × het aantal voor het eerst geregistreerde voertuigen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- —
‘overtollige emissies’: het positieve aantal gram per kilometer dat de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant — rekening houdende met CO2-emissiereducties als gevolg van overeenkomstig artikel 11 goedgekeurde innoverende technologieën — hoger liggen dan zijn specifieke emissiestreefcijfer in het kalenderjaar of het gedeelte daarvan waarop de verplichting van artikel 4 van toepassing is, afgerond op drie decimalen, en
- —
‘aantal voor het eerst geregistreerde voertuigen’: het aantal door de fabrikant geproduceerde, apart getelde nieuwe personenauto's of nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen die in die periode zijn geregistreerd overeenkomstig de in artikel 4, lid 3, uiteengezette introductiecriteria.
3.
De Commissie bepaalt door middel van uitvoeringshandelingen de middelen voor het innen van de bijdragen voor overtollige emissies die op grond van lid 1 van dit artikel worden opgelegd. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
4.
De bijdragen voor overtollige emissies worden beschouwd als ontvangsten voor de algemene begroting van de Unie.