Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
De Arbeidstijdenwet wordt als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel 1:7 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1’ voor het eerste lid.
- B.
Artikel 8:2 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het tweede lid wordt ‘voor zover aangeduid als beboetbare of strafbare feiten’ vervangen door: voor zover aangeduid als overtredingen in de zin van artikel 10:1 of overtredingen of misdrijven in de zin van artikel 2, derde lid, van de Wet op de economische delicten.
- 2.
In het vierde lid wordt ‘toepassing van bestuursdwang’ vervangen door: oplegging van een last onder bestuursdwang.
- C.
Artikel 8:3, tweede lid, komt te luiden:
2
Een gedraging in strijd met het eerste lid is een misdrijf in de zin van artikel 2, derde lid, van de Wet op de economische delicten.
- D.
Artikel 8:4 komt te luiden:
Artikel 8:4
De toezichthouders zijn, behoudens tegenover hen aan wier gezag zij uit hoofde van hun ambt zijn onderworpen, verplicht tot geheimhouding van de namen van de personen door wie een klacht is ingediend of aangifte is gedaan van een overtreding of misdrijf in de zin van artikel 2, derde lid, van de Wet op de economische delicten voor zover betrekking hebbend op deze wet en de daarop berustende bepalingen, behoudens wanneer deze personen hen schriftelijk hebben verklaard tegen de mededeling van hun namen geen bedenkingen te hebben.
- E.
Het opschrift van paragraaf 10.1 komt te luiden:
§ 10.1. Overtredingen
- F.
Artikel 10:1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het opschrift komt te luiden:
Aanwijzing overtredingen
- 2.
In het artikel wordt ‘beboetbaar feit’ telkens vervangen door ‘overtreding’ en wordt ‘beboetbare feiten’ vervangen door: overtredingen.
- G.
Artikel 10:2 vervalt.
- H.
Artikel 10:3 komt te luiden:
Artikel 10:3. Boeterapport
1
Onverminderd artikel 5.4.2.1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt het rapport in ieder geval:
- a.
de bij de overtreding betrokken persoon of personen;
- b.
het officiële nummer waaronder het desbetreffende vervoermiddel is geregistreerd, voor zover in verband met de overtreding van belang.
2
Het rapport wordt toegezonden aan de op grond van artikel 10:5, eerste of tweede lid, aangewezen ambtenaar.
- I.
Artikel 10:4 vervalt.
- J.
Artikel 10:5 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste en tweede lid wordt ‘beboetbaar feit’ telkens vervangen door ‘overtreding’ en wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- 2.
Het derde lid komt te luiden:
3
De ter zake van deze wet en de daarop berustende bepalingen gestelde overtredingen gelden ten opzichte van elke persoon, met of ten aanzien van wie de overtreding is begaan, en met betrekking tot elke dag in de loop waarvan deze overtreding is begaan.
- 3.
In het vierde lid wordt ‘beboetbare feiten’ vervangen door: overtredingen.
- K.
Artikel 10:6 komt te luiden:
Artikel 10:6. Geen oplegging van de bestuurlijke boete
Geen bestuurlijke boete wordt opgelegd, indien een gedraging die in strijd is met deze wet of de daarop berustende bepalingen, tevens een strafbaar feit als bedoeld in artikel 11:3, eerste tot en met derde lid, oplevert.
- L.
Artikel 10:7 komt te luiden:
Artikel 10:7. De hoogte van de bestuurlijke boete
1
De bestuurlijke boete die ten hoogste voor een overtreding kan worden opgelegd, is, indien begaan door:
- a.
een natuurlijke persoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste € 11 250,
- b.
een rechtspersoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste € 45 000.
2
Onverminderd het eerste lid verhoogt de op grond van artikel 10:5, eerste of tweede lid, aangewezen ambtenaar de op te leggen bestuurlijke boete met 50%, indien op de dag van het constateren van de overtreding nog geen 24 maanden zijn verstreken nadat een eerdere overtreding bestaande uit het niet naleven van eenzelfde wettelijke verplichting is geconstateerd en de boete wegens de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden.
3
Onze Minister stelt beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de overtredingen worden vastgesteld. Voor overtredingen begaan door personen, bedoeld in artikel 5:12, tweede lid, stellen Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister tezamen beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor die overtredingen worden vastgesteld. Artikel 5.4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing indien een artikel gesteld bij of krachtens de wet op grond waarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, niet is nageleefd.
4
In afwijking van artikel 8:69 van de Algemene wet bestuursrecht kan de rechter in beroep of hoger beroep de hoogte van de boete ook ten nadele van de belanghebbende wijzigen.
- M.
De artikelen 10:8 en 10:9 vervallen.
- N.
Het opschrift van paragraaf 10.4 komt te luiden:
§ 10.4. Inlichtingenplicht en terugbetaling
- O.
Artikel 10:10 komt te luiden:
Artikel 10:10. Inlichtingenplicht jegens de boeteoplegger
De persoon aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd, verstrekt desgevraagd aan de daartoe op grond van artikel 10:5, eerste en tweede lid, aangewezen ambtenaar de inlichtingen die redelijkerwijs voor de tenuitvoerlegging van de bestuurlijke boete nodig zijn.
- P.
De artikelen 10:11 en 10:12 vervallen.
- Q.
Artikel 10:13 komt te luiden:
Artikel 10:13. Terugbetaling
Indien een bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd, wordt deze binnen zes weken nadat is vastgesteld dat de bestuurlijke boete ten onrechte is vastgesteld, aan de rechthebbende terugbetaald.
- R.
Artikel 10:15 komt te luiden:
Artikel 10:15. Toepasselijkheid van de paragraaf
In afwijking van de paragrafen 10.2 tot en met 10.4, met uitzondering van artikel 10:7 eerste en derde lid, kan deze paragraaf worden toegepast indien de overtreding heeft plaatsgevonden met of door middel van een voertuig waarvan aannemelijk is dat de houder van het kenteken geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft of dat de bestuurder van een voertuig in Nederland geen bekende woon- of verblijfplaats heeft.
- S.
Artikel 10:16 komt te luiden:
Artikel 10:16. Toepasselijkheid van de paragraaf
1
Een bestuurlijke boete wordt opgelegd door de toezichthouder, bedoeld in artikel 8:1, eerste lid, en in artikel 8:1, tweede lid, ten aanzien van de in artikel 5:12, tweede lid, onderdeel a, bedoelde personen ten aanzien van arbeid door hen verricht in of op motorrijtuigen.
2
Onverminderd artikel 5.4.2.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de beschikking in ieder geval:
- a.
het officiële nummer waaronder het desbetreffende voertuig is geregistreerd;
- b.
de houder van het kenteken.
- T.
In de artikelen 10:17 en 10:18 wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- U.
Artikel 11:3 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het derde lid wordt ‘beboetbaar feit’ vervangen door ‘overtreding’ en wordt ‘beboetbare feiten’ vervangen door: overtredingen.
- 2.
Het vierde lid komt te luiden:
4
Een strafbaar feit als bedoeld in dit artikel is een overtreding in de zin van artikel 2, derde lid, van de Wet op de economische delicten.