Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/238
OM-cassatie. Beklag, beslag, art. 552a Sv. Oordeel dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, aan klager een geldboete of een verplichting tot betaling van een geldbedrag ter ontneming zal opleggen. Niet-onherroepelijk arrest van het Hof Den Haag waarbij OM niet-ontvankelijk is verklaard in de strafvervolging is daarvoor onvoldoende. De rechtbank had bij haar oordeel niet mogen vooruitlopen op de mogelijke uitkomst van de strafzaak.
HR 19-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:77
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/00684
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:77, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2500, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2015
Essentie
OM-cassatie. Beklag, beslag, art. 552a Sv. Oordeel dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, aan klager een geldboete of een verplichting tot betaling van een geldbedrag ter ontneming zal opleggen. Niet-onherroepelijk arrest van het Hof Den Haag waarbij OM niet-ontvankelijk is verklaard in de strafvervolging is daarvoor onvoldoende. De rechtbank had bij haar oordeel niet mogen vooruitlopen op de mogelijke uitkomst van de strafzaak.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Den Haag van 11 november 2014, nummer RK 14/3513, op een klaagschrift als bedoeld in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.