Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/235
OM-cassatie. Op de gronden die zijn vermeld in ECLI:NL:HR:2016:23 is het middel terecht voorgesteld.
HR 19-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:76
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/03664
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:76, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2015
Essentie
OM-cassatie. Op de gronden die zijn vermeld in ECLI:NL:HR:2016:23 is het middel terecht voorgesteld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 2 juli 2014, nummer 22/000125-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
Het Gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 2 juli 2014 het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging van verdachte.
2.
De Advocaat-Generaal bij het Hof heeft één middel van cassatie voorgesteld. Namens verdachte heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.