Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling
Artikel XI
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2014
- Bronpublicatie:
10-12-2014, Stb. 2014, 527 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken: 33863)
- Inwerkingtreding
20-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2014, Stb. 2014, 528 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
De Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:
- A.
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het tweede lid komt te luiden:
2. Van de verplichtstelling zijn uitgesloten:
- a.
arbitrale bedingen als bedoeld in artikel 1020, vijfde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
- b.
beroepspensioenregelingen die niet blijven binnen de begrenzingen die zijn opgenomen in artikel 18a van de Wet op de loonbelasting 1964 en die niet krachtens artikel 19d van die wet zijn aangewezen, behalve indien en zolang de in artikel 18a van die wet opgenomen begrenzingen op grond van hoofdstuk VIII van die wet op die beroepspensioenregelingen niet van toepassing zijn of sprake is van een nettopensioen.
- 2.
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel b, zijn de artikelen 3.18, vierde en vijfde lid, en 3.95, eerste lid, tweede volzin, van de Wet inkomstenbelasting 2001 alsmede de daarop berustende bepalingen van overeenkomstige toepassing.
- B.
In artikel 9, tweede lid, wordt ‘Artikel 5, derde lid’ vervangen door: Artikel 5, tweede tot en met vierde lid,.
- C.
In artikel 14, tweede lid, wordt na ‘gedaan’ toegevoegd: dan wel indien het een beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel b, betreft.