Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/59:59 Omslagpunt: wanneer slaat een grondslagverweer om naar een bevrijdend verweer?
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/59
59 Omslagpunt: wanneer slaat een grondslagverweer om naar een bevrijdend verweer?
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691792:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Het enkele beroep op een (toerekenbare) tekortkoming leidt niet tot het ontslag van de op verweerder rustende betalingsverplichting (art. 7:26 BW). Indien vaststaat dat verweerder de overeenkomst niet buitengerechtelijk heeft ontbonden en in de aanhangige procedure evenmin ontbinding heeft gevorderd, is verweerder niet bevrijd van zijn betalingsverplichting. Zie nr. 146.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een omslagpunt is bijvoorbeeld te vinden in zaken waarin eiser betaling vordert van de koopprijs van geleverde zaken of diensten. Doet verweerder een beroep op het feit dat levering niet heeft plaats gevonden, dan is dit verweer te kwalificeren als een grondslagverweer. Verweerder betwist een noodzakelijk element: de levering.1 Indien verweerder betoogt dat eiser zijn prestatie in het geheel niet heeft verricht, zal de eiser die stelt wél geleverd te hebben, met het bewijs daarvan worden belast.
Voorbeeld
Geeft verweerder aan dat hij maar de helft van de afgesproken hoeveelheid geleverd heeft gekregen, dan zal eiser moeten bewijzen dat de afgesproken hoeveelheid is geleverd.
Beroept verweerder zich bij een nakomingsvordering (betaling koopprijs van geleverde zaken of diensten) daarentegen op een ondeugdelijke levering (een tekortkoming aan de zijde van eiser), dan betreft dit beroep een bevrijdend verweer. Verweerder betwist niet de feitelijke grondslag van eiser. De grondslag van de tekortkoming moet door verweerder gesteld en bewezen worden.2 Verweerder stelt dat eiser een ondeugdelijke prestatie heeft verricht.
Voorbeeld
Betoogt verweerder dat de levering, gelet op de overeenkomst tussen partijen, non-conform heeft plaatsgevonden, dan zal verweerder een en ander moeten bewijzen.
Het onderscheid tussen de beide verweren (het omslagpunt) is wezenlijk omdat dit tot een verschil in rechtsgevolg leidt en daarmee in stelplicht- en bewijslastverdeling. Het leerstuk van het splitsingsverbod kan behulpzaam zijn bij de beantwoording van de vraag naar het omslagpunt. Eiser vordert betaling van een geleverde zaak. Verweerder erkent de levering, maar stelt dat hij niet conform de afspraak geleverd heeft gekregen. Het verweer betreft dus een geclausuleerde erkenning. Splitsing is geoorloofd nu vastgesteld kan worden dat de clausulering door verweerder de vordering van eiser niet onderuit haalt.3 Het enkele beroep op een (toerekenbare) tekortkoming leidt niet tot het ontslag van de op verweerder rustende betalingsverplichting (art. 7:26 lid 1 BW). De clausulering zal gesteld en bewezen moeten worden door verweerder.