Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/31:31 Introductie
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/31
31 Introductie
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691571:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Ingeval van een gemotiveerde betwisting is sprake van een grondslagverweer/bestrijdend verweer en berust bij eiser de bewijslast op grond van de hoofdregel van art. 150 Rv; ingeval van een bevrijdend verweer doet verweerder zijnerzijds een beroep op rechtsgevolgen van door hem gestelde feiten en berust bij verweerder de bewijslast (op grond van dezelfde hoofdregel).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Oordeelt de rechter dat verweerder op de een of andere wijze tegen de stellingen van eiser in gaat, dan is de kwalificatie van de door verweerder gestelde feiten cruciaal: betreft het verweer een grondslagverweer (een gemotiveerde betwisting) of een bevrijdend verweer?
Deze kwalificatie wordt in dit hoofdstuk uitgebreid besproken. Het onderscheid tussen beide categorieën van verweer is van belang met het oog op de verdeling van het bewijsrisico.1
Op welke wijze kunnen beide verweren van elkaar worden onderscheiden? Verschillende vragen komen in dit hoofdstuk aan de orde.
Wanneer is sprake van een grondslagverweer (2.1) en wanneer van een bevrijdend verweer (2.2)? Aan de orde komt hoe de rechter te werk gaat bij het maken van het onderscheid.
Dat niet elk verweer zich gemakkelijk laat onderbrengen in de categorie grondslagverweer of bevrijdend verweer wordt behandeld in 2.3. Daarbij wordt aandacht besteed aan de kwalificatiearresten van de Hoge Raad in het geval beide partijen met een eigen lezing van het gebeurde komen. Vervolgens komt het splitsingsverbod aan de orde; dat leerstuk kan eveneens antwoord geven op de vraag of een verweer te kwalificeren is als een grondslag- of een bevrijdend verweer (2.4).
Enkele aanvullende opmerkingen over het kwalificatievraagstuk worden behandeld in 2.5.
Verweerder kan de keuze hebben tussen een grondslagverweer en een bevrijdend verweer. In hoeverre kan die keuze de uitkomst van de procedure bepalen (2.6)?
Het bestaan van een omslagpunt (wanneer slaat een grondslagverweer om naar een bevrijdend verweer) en de mogelijkheid dat eiser kan kiezen tussen drie mogelijke rechtsgevolgen komt aan de orde in 2.7.
De scheidslijn tussen de stelplicht en motiveringsplicht moet goed in de gaten gehouden worden; soms wordt ook te veel bewijsrisico naar eiser wordt toegeschoven (2.8).
Nu het onderscheid tussen de kwalificatie grondslagverweer en bevrijdend verweer bepaalt voor wiens risico een eventueel niet vaststaan van een bepaald element kan komen, wordt in de wetgeving en jurisprudentie soms de scheidslijn verlegd. Daarnaast kunnen partijen een bewijsovereenkomst sluiten waarin zij zelf de bewijslastverdeling regelen of andere afspraken over bewijs maken (2.9).
Het hoofdstuk wordt afgesloten met een conclusie (2.10).