RvdW 2020/999:Ontvankelijkheid. Vrij verkeer van kapitaal. Staatssteun. Vrijheid van ondernemerschap. Recht op eigendom. Prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen. Prudentieel toezicht op kredietinstellingen. Aan de Europese Centrale Bank (ECB) opgedragen specifieke taken. Technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen. Nationale wettelijke regeling waarbij een vermogensdrempel wordt opgelegd aan coöperatieve banken die zijn opgericht in de vorm van een coöperatieve vennootschap en waarbij wordt toegestaan dat het recht op aflossing van aandelen van uittredende leden wordt beperkt.

RvdW 2020/999

Ontvankelijkheid. Vrij verkeer van kapitaal. Staatssteun. Vrijheid van ondernemerschap. Recht op eigendom. Prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen. Prudentieel toezicht op kredietinstellingen. Aan de Europese Centrale Bank (ECB) opgedragen specifieke taken. Technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen. Nationale wettelijke regeling waarbij een vermogensdrempel wordt opgelegd aan coöperatieve banken die zijn opgericht in de vorm van een coöperatieve vennootschap en waarbij wordt toegestaan dat het recht op aflossing van aandelen van uittredende leden wordt beperkt.

Documentgegevens:

HvJ EU 16-07-2020, ECLI:EU:C:2020:567 (Adusbef e.a.)

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Datum: 16 juli 2020
Magistraten: J.-C. Bonichot, R. Silva de Lapuerta, M. Safjan, L. Bay Larsen, N. Jääskinen
Zaaknummer: C-686/18
Conclusie: A-G G. Hogan
Roepnaam: Adusbef e.a.
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Brondocumenten: ECLI:EU:C:2020:567, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 16‑07‑2020
ECLI:EU:C:2020:90, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2020
Wetingang: Art. 63 e.v., art. 107 e.v. VWEU; art. 16, 17 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; art. 29 Verordening nr. 575/2013; art. 6 lid 4 Verordening nr. 1024/2013

Essentie

OC e.a., Associazione Difesa Utenti Servizi Bancari Finanziari Postali Assicurativi – Adusbef, Federazione Nazionale di Consumatori ed Utenti – Federconsumatori, PB e.a. en QA e.a. tegen Banca d’Italia, Presidenza del Consiglio dei Ministri, Ministero dell’Economia e delle Finanze.

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (hoogste bestuursrechter, Italië) bij beslissing van 18 oktober 2018 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014.

Ontvankelijkheid. Vrij verkeer van kapitaal. Staatssteun. Vrijheid van ondernemerschap. Recht op eigendom. Prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen. Prudentieel toezicht op kredietinstellingen. Aan de Europese Centrale Bank (ECB) opgedragen specifieke taken. Technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.