Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/72
Mensenhandel. ‘Uitbuiting’ impliciet bestanddeel in art. 273f lid 1 onder 3 Sr. Verzoek om prejudiciële vragen niet voor inwilliging vatbaar.
HR 20-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2909
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 december 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/04458
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2909, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1277, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑03‑2016
- Wetingang
Art. 273f lid 1 onder 3 Sr
Essentie
Mensenhandel. 1. De opvatting dat het enkele aanwerven van personen voor het vrijwillig verrichten van prostitutiewerkzaamheden in een ander land, zonder meer strafbaar is op grond van art. 273f lid 1 onder 3 Sr, miskent dat ‘uitbuiting’ een impliciet bestanddeel is van die bepaling. 2. In aanmerking genomen dat en waarom de klacht niet tot cassatie kan leiden is het verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie niet voor inwilliging vatbaar.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 21 september ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.