Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/67
Onteigening. Verplichte procesvertegenwoordiging. Uitspraak ABRvS door partij toegezonden nadat vonnis was bepaald; art. 6.1 Landelijk procesreglement civiele zaken bij de rechtbanken; hoor en wederhoor.
HR 16-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2879
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 december 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp
- Zaaknummer
16/03244
- Conclusie
A-G mr. J.C. van Oven
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2879, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1257, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑06‑2016
- Wetingang
Art. 82-84 Rv; art. 6.1 Landelijk Procesreglement civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken
Essentie
Onteigening. Verplichte procesvertegenwoordiging. Uitspraak ABRvS door partij toegezonden nadat vonnis was bepaald; art. 6.1 Landelijk procesreglement civiele zaken bij de rechtbanken; hoor en wederhoor.
Vervolg op HR 11 december 2015, RvdW 2016/56.
De rechtbank behoort ook in onteigeningszaken geen acht te slaan op stukken die haar door een partij worden toegezonden buiten de verplichte procesvertegenwoordiger om.
Uit art. 6.1 Landelijk Procesreglement civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken volgt dat de rechtbank niet had mogen kennisnemen van de e-mail (dan wel het faxbericht) van de gemeente met bijlage, nu deze was toegezonden nadat vonnis was ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.