De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/17.5.0:17.5.0 Verhandeling
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/17.5.0
17.5.0 Verhandeling
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS391929:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De proeftijd is naar mijn mening een essentieel verlengstuk van de sollicitatiefase en heeft nog altijd meerwaarde. Om die meerwaarde te kunnen behouden c.q. te vergroten, is het van belang dat de proeftijdregeling wordt aangepast aan de eisen van de praktijk. Tijdens de proeftijd kunnen door werkgever en werknemer gemaakte inschattingsfouten op eenvoudige wijze worden gecorrigeerd, voordat zij een vastere band met elkaar aangaan. Alhoewel werkgevers door de invoering van de Wet Flexibiliteit en zekerheid meer ruimte hebben verkregen om opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te sluiten die elk van rechtswege eindigen, blijft er in mijn visie behoefte bestaan aan de proeftijd. Dit neemt niet weg dat de huidige proeftijdregeling in mijn ogen op meerdere punten aanzienlijk zal moeten worden aangepast om meer aan de eisen van de praktijk tegemoet te komen.
Om misbruik van de proeftijdregeling zoveel mogelijk te voorkomen, zal een feitelijke proefneming tijdens de proeftijd wettelijk verplicht moeten worden gesteld. Voorts zal in de wettelijke regeling moeten worden vastgelegd dat de arbeidsovereenkomst aan het einde van de proeftijd kan worden opgezegd. Ook zal het mogelijk moeten zijn de proeftijd zonodig te verlengen met de tijd waarin de werknemer door ziekte of andere oorzaken feitelijk niet heeft gewerkt.
Indien daarenboven een repressieve materiële toetsingsmogelijkheid van het proef-tijdontslag in de wet wordt ingevoerd, is er weinig bezwaar voor verlenging van de maximumduur van de proeftijd, waardoor een doelmatige proefneming mogelijk zal worden. In de volgende paragrafen zijn de uitgangspunten voor een nieuwe wettelijke regeling van de proeftijd verder uitgewerkt. Hierbij is op grond van rechtsvergelijking gekozen voor een combinatie van het Duitse en Nederlandse rechtssysteem.