De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/17.6:17.6 Conclusie
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/17.6
17.6 Conclusie
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS387252:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De proeftijd kan een nuttig instrument zijn voor zover hij de werkgever en werknemer in voldoende mate in staat stelt om gedurende een zekere periode ervaring met elkaar op te doen. Daarvoor moet de proeftijdregeling terugkeren naar de basis. Daadwerkelijke proefneming gedurende een proeftijd van langere duur, in combinatie met de mogelijkheid van opschorting tijdens ziekte van de werknemer of andere omstandigheden waardoor het buiten toedoen van de werknemer niet tot een feitelijke proefneming kwam, alsook de mogelijkheid van repressieve toetsing van het proeftijdontslag, komen tegemoet aan de eisen van de praktijk Werkgevers wensen immers over het algemeen gedurende langere tijd ervaring tijdens de proeftijd te kunnen opdoen. Werknemers hebben de behoefte aan meer rechtszekerheid tijdens de proeftijd. De bepaling dat bij opzegging van de arbeidsovereenkomst een opzegtermijn van twee weken moet worden gehanteerd, maakt een einde aan de als oneervol ervaren onmiddellijke opzegging van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd.
Voor de totstandkoming van een proeve voor de regeling van een nieuwe proeftijd is gekozen voor een combinatie van het Duitse en Nederlandse rechtssysteem. In de proeve heb ik de genoemde voordelen van de proeftijd naar Duits recht, zoals de plicht tot feitelijke proefneming, het hanteren van een opzegtermijn bij opzegging van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd en het hanteren van een langere maximumduur (zes maanden) van de proeftijd in het belang van de feitelijke proefneming overgenomen. Voordelen van de huidige Nederlandse proeftijdregeling heb ik in de proeve intact gelaten, zoals het schriftelijk overeenkomen van de proeftijd en de ijzeren proeftijdtheorie. Voorts is de mogelijkheid van toetsing van de opzegging tijdens de proeftijd op kennelijke onredelijkheid in de proeve ingevoerd. De proeve voor een nieuwe proeftijdregeling is weergegeven in bijlage 3 van dit boek.
In onderstaande grafieken is de rechtspositie van de werknemer tijdens de proeftijd in kaart gebracht, respectievelijk conform de thans bestaande situatie (grafiek B) en de situatie na de invoering van een kennelijke onredelijkheidstoetsing en een verplichte feitelijke proefneming (grafiek C). Uit grafiek C blijkt dat de zwakke rechtspositie van de proeftijdwerknemer door de combinatie van een verplichte feitelijke proefneming en een kennelijke onredelijkheidstoets van het proeftijdontslag in niet-onbelangrijke mate wordt versterkt.
Grafiek B: Beschermingsniveau werknemer gedurende de proeftijd Thans bestaande situatie
Grafiek C: Beschermingsniveau werknemer gedurende de proeftijd Situatie na invoering kennelijke onredelijkheidstoets bij proeftijdontslag en verplichte proefneming