Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/671
Afstand van het recht om in hoger beroep te gaan. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 24-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:958
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05571
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:958, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:391, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2016
Essentie
Afstand van het recht om in hoger beroep te gaan. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 28 oktober 2014, nummer 22/001920-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. W. Römelingh, te ’s-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
De verdachte is bij arrest van 28 oktober 2014 door het hof Den Haag niet-ontvankelijk verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam waarbij de verdachte wegens “poging tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.