Einde inhoudsopgave
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/4.5.3.6
4.5.3.6 Verwerking van cliëntorders
I.P.M.J. Janssen, datum 01-03-2017
- Datum
01-03-2017
- Auteur
I.P.M.J. Janssen
- JCDI
JCDI:ADS366683:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Voetnoten
Voetnoten
Artikel 22 MiFID (artikel 28 MiFID II); artikel 4:90d Wft. Voor de uitgebreide bespreking van de verwerking van cliëntorders verwijs ik naar paragraaf 2.5.6.
Artikel 48 uitvoeringsrichtlijn MiFID (artikel 68 gedelegeerde verordening MiFID II); artikel 164a lid 1 Bgfo.
Artikel 49 uitvoeringsrichtlijn MiFID (artikel 69 gedelegeerde verordening MiFID II); artikel 164b lid 1 Bgfo.
Artikel 47 uitvoeringsrichtlijn MiFID (artikel 67 gedelegeerde verordening MiFID II); artikel 164 Bgfo.
Uitwerking verwerking van cliëntorders
Bij de verwerking van cliëntorders moet de beleggingsdienstverlener zorgen voor procedures en regelingen die een onmiddellijke, billijke en vlotte uitvoering van orders van cliënten garanderen ten opzichte van orders van andere cliënten of handelsposities van de beleggingsdienstverlener.1 De beleggingsdienstverlener mag bij deze verwerking in principe geen orders van verschillende cliënten samenvoegen, tenzij is voldaan aan de volgende drie voorwaarden. Allereerst moet het onwaarschijnlijk zijn dat de samenvoeging nadelig is voor de cliënten. Ten tweede moeten de cliënten ervan op de hoogte zijn dat samenvoeging nadelig kan uitwerken. Ten derde moet een ordertoewijzingsbeleid zijn vastgesteld.2 De beleggingsdienstverlener mag transacties voor eigen rekening daarentegen wel samenvoegen met orders van cliënten, voor zover de handelstransactie niet nadelig is voor de cliënt.3 De regels over de verwerking van cliëntorders zien dus, in tegenstelling tot de verplichting tot die vooral toezien op inhoudelijke keuzes, op uitvoering van orders binnen de beleggingsdienstverlener. De beleggingsdienstverlener moet de verplichtingen over verwerking van cliëntorders ten aanzien van zowel de professionele als niet-professionele cliënt in acht nemen, bij zowel execution only-dienstverlening als bij vermogensbeheer.
De procedures en regelingen die de beleggingsdienstverlener moet opstellen om een onmiddellijke, billijke en vlotte uitvoering van orders te garanderen, stellen hem in staat om orders onmiddellijk correct te registreren, toe te wijzen en vergelijkbare orders in volgorde van ontvangst uit te voeren. Is dit alsnog problematisch, dan moet de beleggingsdienstverlener de niet-professionele cliënt daarover informeren.4 MiFID II brengt geen wijzigingen aan in de regels voor verwerking van cliëntorders.
De civielrechtelijke verplichting tot verwerking van cliëntorders naar aanleiding van jurisprudentie van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft zich in het kader van de civielrechtelijke zorgplicht niet uitgelaten over de verwerking van cliëntorders. Dit heeft ten gevolg dat het onmogelijk is om een vergelijking te maken tussen de civielrechtelijke verplichting tot verwerking van cliëntorders en de verwerking van cliëntorders als onderdeel van de MiFID-loyaliteitsverplichting. Evenals bij best execution leidt strijd met laatstgenoemde verplichting tot schending van een wettelijke plicht of wanprestatie, maar is onbekend of er aanvullende of meer vergaande verplichtingen uit de civielrechtelijke zorgplicht kunnen voortvloeien op grond van de omstandigheden van het geval. Wel staat vast dat bepaling van de civielrechtelijke zorgplicht door de MiFID-loyaliteitsverplichting niet botst met de invulling van de civielrechtelijke zorgplicht tot op heden ontwikkeld. De huidige bescherming zal er dus niet op achteruit gaan bij bepaling van de civielrechtelijke zorgplicht door de MiFID-loyaliteitsverplichting, het biedt juist duidelijkheid.