Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/241
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Gezag en omgangsregeling. Procedure na verwijzing HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1510. Had hof verzoek om deskundigenonderzoek moeten inwilligen? Art. 810a lid 2 Rv. Motiveringsklachten. Samenhang met zaak 18/01168.
HR 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:206
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 februari 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01172
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:206, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Gezag en omgangsregeling. Procedure na verwijzing HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1510. Had hof verzoek om deskundigenonderzoek moeten inwilligen? Art. 810a lid 2 Rv. Motiveringsklachten. Samenhang met zaak 18/01168.
Partij(en)
[de man], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. H.J.W. Alt,
tegen
- 1.
[de vrouw], wonende op een geheim adres, verweerster in cassatie, niet verschenen,
- 2.
De gecertificeerde instelling, Samen Veilig Jeugdbescherming Brabant, belanghebbende in cassatie, niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man, de vrouw en de GI.