Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/258
N-o verklaring in hoger beroep. Ernstig vermoeden dat geen afschrift appeldagvaarding aan raadsman van verdachte is toegezonden. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 05-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:172
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 februari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/01540
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:172, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1482, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2018
Essentie
N-o verklaring in hoger beroep. Ernstig vermoeden dat geen afschrift appeldagvaarding aan raadsman van verdachte is toegezonden. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
5 februari 2019
Strafkamer
nr. S 18/01540
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 23 maart 2018, nummer 22/005255-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1. Het Gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 23 maart 2018 de verdachte bij verstek met toepassing van art. 416, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.