Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1152
Procesrecht. Octrooirecht. Kan centraal beperkt octrooi in nieuw geding aan vorderingen ten grondslag worden gelegd? Vervolg op HR 14 februari 2020, NJ 2020/91.
HR 25-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1726
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 november 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
21/03095
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1726, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:539, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2021
- Wetingang
Art. 68 EOV
Essentie
Procesrecht. Octrooirecht. Kan centraal beperkt octrooi in nieuw geding aan vorderingen ten grondslag worden gelegd? Vervolg op HR 14 februari 2020, NJ 2020/91.
Samenvatting
Zoals is overwogen in rov. 3.5.2 van het arrest van de Hoge Raad van 14 februari 2020, NJ 2020/91, kan High Point de geldigheid van EP 772 B3 in een nieuwe procedure in beginsel alsnog aan een inhoudelijke beoordeling onderwerpen. Hieraan staat niet in de weg dat het vonnis van de rechtbank waarbij EP 772 B1 is vernietigd in kracht van gewijsde is gegaan en dat een vernietiging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.