Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1045
Kort geding. Wederrechtelijk verblijf in woning; ontruiming op voet art. 551a Sv; wederrechtelijk vertoeven (‘kraken’) in zin art. 138a lid 1 Sr; vereist art. 138a lid 1 Sr wederrechtelijk binnendringen?
HR 02-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2909
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/03971
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2909, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:848, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Kort geding. Wederrechtelijk verblijf in woning; ontruiming op voet art. 551a Sv; wederrechtelijk vertoeven (‘kraken’) in zin art. 138a lid 1 Sr; vereist art. 138a lid 1 Sr wederrechtelijk binnendringen?
Noch de tekst van art. 138a Sr, noch de daarop gegeven parlementaire toelichting bieden steun voor de door het middel bepleite beperking dat iemand slechts dan wederrechtelijk in een woning of gebouw kan vertoeven als bedoeld in die bepaling, als vaststaat dat hij of een ander daarin eerst wederrechtelijk is binnengedrongen.
Samenvatting
De gemeente Utrecht is eigenaar van een pand in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.