Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1084
Ingezetenencriterium coffeeshops Maastricht. Oorddeel hof dat toepassing van het ingezetenencriterium geen ongerechtvaardigde discriminatie oplevert geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Vgl. HvJEU van 16 december 2010 (C-137/09) in de zaak Josemans tegen Burgemeester van Maastricht m.b.t. het ingezetenencriterium. Medeplegen van het opzettelijk verkopen van een hoeveelheid hasjiesj en/of een hoeveelheid hennep onvoldoende gemotiveerd.
HR 29-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2856
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/02392
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2856, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1306, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2015
Essentie
Ingezetenencriterium coffeeshops Maastricht. Oorddeel hof dat toepassing van het ingezetenencriterium geen ongerechtvaardigde discriminatie oplevert geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Vgl. HvJEU van 16 december 2010 (C-137/09) in de zaak Josemans tegen Burgemeester van Maastricht m.b.t. het ingezetenencriterium. Medeplegen van het opzettelijk verkopen van een hoeveelheid hasjiesj en/of een hoeveelheid hennep onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 februari 2014, nummer 20/002343-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. R.B. Milo, te Tilburg.