Einde inhoudsopgave
Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht (Meijers-reeks) 2017/3.4.4
3.4.4 Voorlopige hechtenis en het ‘belang van het kind’
mr. drs. Y.N. van den Brink, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. drs. Y.N. van den Brink
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Kinderrechtencomité 2007, par. 10.
Zie o.m.: EHRM 16 december 1999, Appl. Nr. 24888/94 (V. t. Verenigd Koninkrijk), par. 46; EHRM 16 december 1999, Appl. Nr. 24724/94 (T. t. Verenigd Koninkrijk), par. 44; EHRM 20 januari 2009, Appl. Nr. 70337/01 (Güveç t. Turkije), par. 58.
Kinderrechtencomité 2003, par. 12.
Zie o.m.: Eekelaar 1994, p. 42-61; Cantwell 2005, p. 65-72; Lansdown 2005(b), p. 73-89; Freeman 2007; Skivenes 2010, p. 339-353; Kalverboer 2014, p. 222-236; Tobin 2014, p. 258-304; Eekelaar 2015, p. 3-26. Opvallend is dat betrekkelijk weinig literatuur beschikbaar is over de rol van het ‘belang van het kind’ in de specifieke context van het jeugdstrafrecht. Zie hierover wel: Mijnarends 1999, p. 171-177; Dohrn 2005, p. 90-103; Weijers 2014(a), p. 46-52.
Zie Detrick 1992, p. 131-140.
Zie Kinderrechtencomité 2013.
Het Kinderrechtencomité benadrukt in General Comment No. 10 dat het ‘belang van het kind’ een eerste overweging dient te zijn bij alle beslissingen ten aanzien van minderjarigen in het jeugdstrafrecht.1 Hiermee laat het Kinderrechtercomité er geen twijfel over bestaan dat de notie van het ‘belang van het kind’, als neergelegd in artikel 3, eerste lid IVRK, een centrale positie inneemt in het jeugdstrafrecht. Ook het EHRM erkent dit uitgangspunt in zijn rechtspraak.2 Dit roept de vraag op wat de notie van het ‘belang van het kind’ inhoudt en wat de implicaties daarvan zijn voor de rechterlijke besluitvorming inzake de voorlopige hechtenis van minderjarige verdachten.
Hoewel de notie van het ‘belang van het kind’ uitdrukkelijk is erkend als één van de algemene kernbeginselen van het IVRK,3 zijn de functie, betekenis en implicaties van deze notie al sinds de inwerkingtreding van dit verdrag onderwerp van discussie in de literatuur.4 De travaux préparatoires van het IVRK schept hierover nauwelijks duidelijkheid.5 Ook het Kinderrechtencomité voorzag lange tijd niet in een commentaar op de centrale notie van het ‘belang van het kind’, totdat in 2013 General Comment No. 14 werd aangenomen.6
3.4.4.1 Het ‘belang van het kind’ als centrale kinderrechtelijke notie3.4.4.2 Het ‘belang van het kind’ in het jeugdstrafrecht3.4.4.3 Het ‘belang van het kind’ bij voorlopige hechtenisbeslissingen