Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/10.3.3
10.3.3 Kosten van rechtsbijstand
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS377100:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
HR 15 december 2000, NJ 2001, 57, r.o. 3.6 (Van de Visch/Architectenregister).
HR 7 juni 1996, NJ 1996, 695, r.o. 6.2(Ontvanger/Van Zoolingen); HR 27 juni 1997, NJ 1997, 651, r.o. 3.5(Vaston/Smith); HR 18 februari 2005, NJ 2005, 216, r.o. 5.3.2(A/Aegon); HR 8 september 2006, NJ 2006, 492, r.o. 3.14(Benneton Group/G-star International).
Vgl. Rb. Amsterdam 23 september 2009, LJN BL1071, r.o. 5.5 (FavoryConvenience Food c.s./ Leverdo Beheer c.s.), waarbij de rechtbank de vordering afwees omdat de houder van bescheiden niet had duidelijk gemaakt, waarom haar medewerkers niet zelf in staat zouden zijn de vereiste selectie te verrichten.
Realiteit is, dat bij verstrekking van bescheiden ook rechtsbijstand van een advocaat aan de orde kan zijn om te beoordelen of aan het gevorderde wordt voldaan én wat de verstrekking van de informatie voor gevolgen zal hebben. Dergelijke kosten voor verweer zullen in de regel niet voor vergoeding in aanmerking komen. Voor zo'n aanspraak op vergoeding bestaat slechts grond als eiser door een claim in te dienen of te vervolgen een rechtsplicht heeft geschonden: een aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten bestaat immers slechts, indien een rechtsplicht is geschonden.1 Van zo'n schending is in beginsel geen sprake: het enkele feit dat een vordering wordt ingesteld die wordt afgewezen, is niet onrecht-matig.2 Vergoeding van dergelijke kosten mag dan ook niet verwacht worden.3