NJ 1997, 651
Buitengerechtelijke kosten
HR 27-06-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2404
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 1997
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16357
- Conclusie
A-G Asser
- LJN
ZC2404
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2404, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑1997
- Wetingang
Rv (oud) art. 56; Rv (oud) art. 57; BW art. 6:96
Essentie
Buitengerechtelijke kosten.
Samenvatting
Art. 57 lid 6 Rv bepaalt dat ter zake van verrichtingen waarvoor de in de art. 56 en 57 bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten, zoals die ter voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak, jegens de tegenpartij geen vergoeding op grond van art. 6:96 lid 2 BW kan worden toegekend, maar alleen de regels betreffende proceskosten van toepassing zijn. Het enkele feit dat de ene partij ten onrechte de andere in rechte heeft betrokken en dientengevolge bij vonnis in het ongelijk is gesteld, geeft wel grond voor een veroordeling van eerstgenoemde partij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.