Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/265
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Handgemeen tussen (ex-)partners. Schadevergoeding. Stelplicht en bewijslast. Bewijswaardering.
HR 15-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:225
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00095
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:225, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1375, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Handgemeen tussen (ex-)partners. Schadevergoeding. Stelplicht en bewijslast. Bewijswaardering.
Partij(en)
15 februari 2019
Eerste Kamer
18/00095
TT/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres], wonende te [woonplaats],
gemeente [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.H. Vermeulen,
t e g e n
[verweerder], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. T. van Malssen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder].
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan:1.
(i) [eiseres] en [verweerder] hebben gedurende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.