Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/985
Art. 81 lid 1 RO. Erfrecht. Procesrecht. Afwikkeling nalatenschap. Beneficiaire aanvaarding. Grenzen van de rechtsstrijd na cassatie en verwijzing. Vervolg op HR 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2738.
HR 27-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1442
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 september 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/02065
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1442, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Erfrecht. Procesrecht. Afwikkeling nalatenschap. Beneficiaire aanvaarding. Grenzen van de rechtsstrijd na cassatie en verwijzing. Vervolg op HR 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2738.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/02065
Datum 27 september 2019
ARREST
In de zaak van
[de Executeur] , in haar hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van [de Vrouw] ,wonende te [woonplaats 1] , België,
EISERES tot cassatie,
hierna: [de Executeur] ,
advocaat: mr. P.S. Kamminga
tegen
1. [de Vereffenaar] , in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.