Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/981
Onrechtmatige overheidsdaad. Uitzondering rookverbod voor rookruimtes in horeca-instellingen; strijd met WHO Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging?; rechtstreekse werking art. 8 lid 2 WHO Kaderverdrag. Redelijke termijn voor Staat voor nakoming verdragsverplichting?
HR 27-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1449
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 september 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/01969
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Horecarecht (V)
Internationaal publiekrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1449, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:522, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑05‑2018
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 8 WHO Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Uitzondering rookverbod voor rookruimtes in horeca-instellingen; strijd met WHO Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging?; rechtstreekse werking art. 8 lid 2 WHO Kaderverdrag. Redelijke termijn voor Staat voor nakoming verdragsverplichting?
Samenvatting
In het arrest van 10 oktober 2014, NJ 2015/12, m.nt. E.A. Alkema, heeft de Hoge Raad overwogen dat art. 8 lid 2 WHO Kaderverdrag verplicht tot effectieve bescherming tegen blootstelling aan tabaksrook op de in die bepaling genoemde plaatsen, waaronder openbare gebouwen (‘indoor public places’), dat deze bescherming geldt voor een ieder die deze ruimtes betreedt of wil betreden, dat art. 8 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.