Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1000
Beklag, beslag ex art. 94a Sv op woning. Klaagster (derde) komt op tegen het beslag gelegd ten laste van haar echtgenoot (de beslagene). HR herhaalt toe te passen maatstaf uit HR 28 september 2010 (NJ 2010/654, m.nt. Mevis). Door te onderzoeken of boven redelijke twijfel is verheven dat de beslagene niet als eigenaar van het pand kan worden aangemerkt, heeft de rechtbank een onjuiste maatstaf aangelegd.
HR 17-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1346
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 september 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/01486
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1346, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:903, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2019
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94a Sv op woning. Klaagster (derde) komt op tegen het beslag gelegd ten laste van haar echtgenoot (de beslagene). HR herhaalt toe te passen maatstaf uit HR 28 september 2010 (NJ 2010/654, m.nt. Mevis). Door te onderzoeken of boven redelijke twijfel is verheven dat de beslagene niet als eigenaar van het pand kan worden aangemerkt, heeft de rechtbank een onjuiste maatstaf aangelegd.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/01486
Datum 17 september 2019
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.