Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1006
Medeplegen kraken leegstaand bedrijfspand, art. 138a lid 1 Sr. 1. Verweer dat verdachte niet wederrechtelijk in pand vertoefde maar slechts op bezoek was. 2. Had hof gezien mededeling benadeelde partij moeten onderzoeken of deel geleden schade al was vergoed door verzekeraar? 3. Overschrijding redelijke termijn. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 24-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1422
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 september 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/05051
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1422, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:641, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑2019
Essentie
Medeplegen kraken leegstaand bedrijfspand, art. 138a lid 1 Sr. 1. Verweer dat verdachte niet wederrechtelijk in pand vertoefde maar slechts op bezoek was. 2. Had hof gezien mededeling benadeelde partij moeten onderzoeken of deel geleden schade al was vergoed door verzekeraar? 3. Overschrijding redelijke termijn. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/05051
Datum 24 september 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 13 oktober 2017, nummer 23/000629-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.