Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/991
Betekeningsperikelen. Verstek. Door verdachte bij politie genoemd verblijfsadres is geen adres als bedoeld in art. 588a lid 1, aanhef en onder a, Sv.
HR 24-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1413
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 september 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/02915
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS88508:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1413, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:672, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑06‑2018
- Wetingang
Art. 588a lid 1 aanhef en onder a Sv
Essentie
Betekeningsperikelen. Verstek. Door de verdachte bij de politie genoemd verblijfsadres is geen adres als bedoeld in art. 588a lid 1, aanhef en onder a, Sv.
Samenvatting
Het arrest van het hof is bij verstek gewezen. Het middel klaagt over de beslissing van het hof tot het verlenen van verstek tegen de niet verschenen verdachte en voert daartoe aan dat niet blijkt dat een afschrift van de oproeping van de verdachte voor de terechtzitting in hoger beroep is verzonden naar het door de verdachte bij de politie opgegeven adres [b-straat 1] te Eindhoven. Uit de inhoud van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.