Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/856
Poging moord. Middelen over opzet op de dood en voorbedachte raad. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1413
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
15/02457
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1413, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:604, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑06‑2016
Essentie
Poging moord. Middelen over opzet op de dood en voorbedachte raad. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 22 mei 2015, nummer 21/001029-15, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. V.A. Groeneveld, te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft V.A. Groeneveld, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.