Einde inhoudsopgave
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Artikel 1a:12 Overeenkomstige toepasselijkheid bepalingen hoofdstuk 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
17-10-2018, Stb. 2018, 424 (uitgifte: 22-11-2018, kamerstukken: 34977)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2018, Stb. 2018, 425 (uitgifte: 22-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
1.
Met betrekking tot de jonggehandicapte en het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van dit hoofdstuk zijn de volgende artikelen en daarop berustende bepalingen van overeenkomstige toepassing:
- a.
ter zake van onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie: de artikelen 3:12, 3:33, eerste lid, onderdeel b, tweede en derde lid, 3:34 en 3:36;
- b.
ter zake van de verplichtingen van de jonggehandicapte: de artikelen 3:35, eerste lid, en 3:74, eerste en tweede lid;
- c.
ter zake van maatregelen: de artikelen 3:37, 3:38, onderdelen a tot en met e en k, en 3:39, met dien verstande dat het tweede lid van overeenkomstige toepassing is, voor zover het ziet op het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 3:74;
- d.
ter zake van bestuurlijke boeten: de artikelen 3:40 en 3:43;
- e.
ter zake van de grondslag van de uitkering: artikel 3:7, derde en vierde lid;
- f.
ter zake van de tegemoetkoming in aanvulling op de arbeidsongeschiktheidsuitkering: de artikelen 3:10 en 3:53;
- g.
ter zake van de vakantie-uitkering: de artikelen 3:24, 3:25, eerste, derde en vierde lid, 3:26, 3:32 en 3:52;
- h.
ter zake van de overlijdensuitkering: artikel 3:54;
- i.
ter zake van de betaling van de uitkering: de artikelen 3:45, eerste tot en met vierde lid, 3:47, 3:47a en 3:55;
- j.
ter zake van herziening of intrekking: artikel 3:18;
- k.
ter zake van terugvordering: de artikelen 3:56, 3:57, 3:58, 3:59 en 3:60;
- l.
ter zake van vervreemding, verpanding en volmacht tot ontvangst: de artikelen 3:61 en 3:62.
2.
De strafbepaling van artikel 84, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is van overeenkomstige toepassing.