Einde inhoudsopgave
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Artikel 3:33 Oproep en onderzoek door of namens het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Bronpublicatie:
22-12-2009, Stb. 2009, 582 (uitgifte: 30-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-12-2009, Stb. 2009, 589 (uitgifte: 30-12-2009, kamerstukken: 31955)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2009, Stb. 2009, 582 (uitgifte: 30-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-12-2009, Stb. 2009, 590 (uitgifte: 30-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsduur
1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan, telkens wanneer het dat nodig oordeelt, oproepen of doen oproepen en op een door of namens hem te bepalen plaats ondervragen of doen ondervragen:
- a.
de jonggehandicapte, die de wachttijd van 52 weken, bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, doormaakt;
- b.
de jonggehandicapte, die aanspraak maakt op of recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering;
- c.
de jonggehandicapte ten aanzien van wie of ten behoeve van wie een reïntegratie-instrument als bedoeld in artikel 3:63 is toegekend of waarvan toekenning wordt overwogen;
- d.
de ingezetene die de leeftijd van 17 jaar nog niet heeft bereikt en ten aanzien van wie of ten behoeve van wie een reïntegratie-instrument als bedoeld in artikel 3:63 is toegekend of waarvan toekenning wordt overwogen.
2.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de in het eerste lid bedoelde personen op een door of namens hem te bepalen plaats door een of meer daartoe door hem aangewezen deskundigen doen onderzoeken.
3.
De daartoe door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aangewezen deskundige kan, ook zonder opdracht van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de in het eerste lid bedoelde personen oproepen, ondervragen, onderzoeken, doen oproepen, doen ondervragen en doen onderzoeken door een of meer door hem daartoe aangewezen deskundigen.