Einde inhoudsopgave
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Artikel 3:31 Ingangsdatum herziening en herleving uitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
25-11-2020, Stb. 2020, 496 (uitgifte: 04-12-2020, kamerstukken: 35494)
27-05-2020, Stb. 2020, 173 (uitgifte: 18-06-2020, kamerstukken: 35213)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2020, Stb. 2020, 497 (uitgifte: 04-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-06-2020, Stb. 2020, 174 (uitgifte: 18-06-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsduur
1.
De herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering gaat in op de dag, waarop de jonggehandicapte op grond van deze wet voor een hogere of lagere uitkering in aanmerking komt.
2.
Met betrekking tot de herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, die een verhoging van die uitkering tot gevolg heeft, alsmede met betrekking tot de heopening of herleving van de uitkering is artikel 3:29, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
3.
De herziening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering ter zake van afneming van de arbeidsongeschiktheid gaat in op de dag, aangegeven in de daartoe strekkende beschikking van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
4.
Indien de herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering verband houdt met een voltooide scholing of opleiding, gaat deze herziening niet eerder in dan een jaar na voltooiing van die scholing of opleiding.
5.
De herleving van de uitkering, bedoeld in artikel 3:20, eerste lid, gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin hij weer in Nederland is gaan wonen.
6.
Herleving van de arbeidsongeschiktheidsuitkering vindt niet plaats, indien deze zou ingaan op of na de in artikel 3:19, eerste lid, onderdeel a, bedoelde dag.